Uitmesten

Altijd maar dat uitmesten
 
A horse is a horse of course, of course. Fury, Mr. Ed, Jolly Jumper, Quicksilver S, de bontgevlekte van Little Joe, Het Peerd van Ome Loeks.
Paarden. Heb ik iets met paarden? Nou, nee. Mooie dieren, daar niet van, maar de liefde die alle lezers van dit blad voor de  edele viervoeter hebben is mij vreemd.
Toch laten ze me niet helemaal onverschillig. Als jongen droomde ik ervan over de wijde pampa’s te vliegen, gezeten op de rug van zo’n snelle bliksemschicht, zonder zadel gelijk de indianen.
Uiteindelijk resulteerden die wilde fantasieën in een afgepast rondje op de brede rug van een Zeeuwse knol. Wat een sof, ik was meteen genezen. Het contact met paarden beperkte zich sindsdien tot het geven van een suikerklontje aan de afgepeigerde schimmel van de schillenboer.
Maar het kan raar lopen in het leven, dat is bekend, want tegenwoordig heb ik veel met paarden te maken, of liever gezegd hun uitwerpselen. Een paar keer per week mag ik scheppen, optasten, opstrooien, stro halen, hooimanden vullen, voederen en wat al niet.
Was is het schön ein Stalboy zu sein… wat heet, opperstalmeester.
Ja, ja, dat gebeurt al je een liaison aangaat met een Haagse, bij wie het paardenbloed door d’aderen stroomt.
LIEFDEWERK
Voor jullie is dit natuurlijk gezeur. Gezwets van een dronken aardbei. Je houdt van je paard, dus het opruimen van mest is liefdewerk. (Ik ga er wel vanuit dat jullie je handen zelf vuil maken en niet het werk overlaten aan staljongens of -meisjes. Wie namelijk zijn handen niet uit de mouwen steekt is geen echte liefhebber, telt niet mee in het horsewereldje, hoe hoog hij of zij ook te paard zit).
Nee, paardenfreaks zijn liever moe dan lui, kennen dat zware gevoel niet van ’Nu moet ik weer vier stallen doen’, zijn nooit chagrijnig omdat het hondenweer is en zijn niet te beroerd om de mestvork te pakken. Eigenlijk zijn jullie te benijden, stelletje bofkonten.
Nu heb ik nog geluk: de mest die ik moet ruimen is van hoogwaardige kwaliteit: Trakehner-faeces. Je zou maar stront moeten ruimen van een Holsteiner of een Gelders Paard, dan behoor je tot het laagste van het laagste. Nee, dan ben ik nog goed af. Dat maakt mijn lot tot op zekere hoogte draaglijk.
Bovendien, eerlijk is eerlijk, Trakehner-stront stinkt niet. Ik heb verder geen vergelijkingsmateriaal maar ik neem aan dat de uitwerpselen van minder edele soortgenoten eenzelfde soort aroma verspreiden.
ELEMENTEN
En last but not least – ik geeft het toe, zij het aarzelend – uitmesten is soms helemaal niet erg. De buitenlucht, de elementen, het contact met Moeder Aarde, het is weer eens wat anders dan de hele dag achter de computer zitten. Het brengt herinneringen boven aan Jean Jacques Rousseau en diens ’Terug naar de natuur’-filosofie. Bovendien geeft het een voldaan gevoel als de klus is geklaard. Dan heb je hem verdiend.
Desalniettemin kijk ik reikhalzend uit naar de voorzomer (dit stukje proza werd begin april gemaakt). Dan blijven die verwende mokkels tenminste dag en nacht in de wei. Daar horen ze ook thuis.
Goh, wat zal ik dan veel vrije tijd hebben. En het najaar is nog ver weg. Tallyho…
Henk Wanninga

Voorjaar = Veulentjes!

Het is er weer tijd voor! Veulentjes! Is er één bij u geboren? Laat het ons weten dan plaasten we het blije nieuws op deze site.

Meer weten over Trakehners? Mail of bel, TCN staat u graag bij!

Wilt u ook nieuws over TCN ontvangen in uw mailbox? Laat het ons weten dan blijft u van alles op de hoogte!


Vragen? U kunt, als altijd, bij ons terecht. Gebruik dit mailadres: info@trakehnercontact.nl

Trakehners zijn gewoon heel bijzonder!