Geschiedenis

Door Heleen Cramer

trahkenen_gebiedKoning Friedrich van Oostpruisen stichtte in 1732 de ‘Koninklijke Fokkerij Trakehnen’, om zo verzekerd te zijn van een constante stroom van geschikte rijpaarden voor zijn cavalerie. Door het instellen van een eigen fokkerij was hij niet langer afhankelijk voor de levering van legerpaarden van derden.

Bij het begin bevolkten er zo’n 1000 paarden – alleen al 513 fokmerries!- de landerijen rondom de stoeterij die als het ‘Haupt- und Landgestüt Trakehnen’ wereldfaam zou verwerven. De stoeterij lag in de toenmalige provincie Oostpruisen; een Duitse enclave in Pools gebied. Oostpruisen, en daarmee Trakehnen, ging als provincie van Duitsland verloren in 1945 bij beëindiging van WO II.

het Landstallmeisterhaus met Tempelhüter van brons

geschiedenisHet ‘Hauptgestüt Trakehnen’ was de hoofdstoeterij, maar er waren grote ‘dependance’ stoeterijen – Landegestüten – gevestigd in Georgenburg, Rastenburg, Braunsberg en Marienwerder. Ook daar stonden goedgekeurde hengsten ter dekking. Verder bevonden zich veel paarden in handen van boeren en kleine landeigenaren.
De Trakehner werkte op het land, trok wagens en koetsen en ging onder het zadel. Al met al waren er 25.000 fokmerries actief en er stonden meer dan 1500 hengsten ter dekking.
De 6000 ha van de hoofdstoeterij Trakehnen zelf herbergden 1200 paarden: hengsten, merries, rij- en jachtpaarden, veulens en jaarlingen.
Rond 300 fokmerries werden in kuddeverband naar kleur gehouden.
Zo waren er de ‘Fuchsherde’ (vossen) in Trakehnen zelf, de ‘Braunherde’ (bruinen) in Kalpakin, de ‘Rappherde’ (zwarten) in Gurdzen, de ‘Gemischtfarbige Herde’ (gemengde kudde) in Bajorgallen en de ‘Arabische’ kudde.

Belangrijke tophengsten (Hauptbeschälers) waren fokkerijberoemdheden als Pythagoras, Tempelhüter en Dampfross.
tempythadamp

Omdat het oorspronkelijke fokdoel het leveren van een geschikt legerpaard was, werd de Trakehner streng geselecteerd op hardheid, uithoudingsvermogen en werkwilligheid. Door de constante selectie op rijpaardeigenschappen, leverde Trakehnen tot aan Wereldoorlog II ook de meeste sportpaarden.
In de uitslagen van de olympische spelen uit die tijd is Trakehnen steeds hofleverancier van medaillewinnaars. Tijdens de 1936-olympiade wonnen Trakehners maar liefst 6 gouden en een zilveren medaille.

In de winter van 1944 – 1945 vallen de Russen Oostpruisen binnen.
trekDe enige manier om het vege lijf te redden was de vlucht voor het Rode Leger uit naar het westen.
De beste moedermerries, dikwijls al ver in de dracht, werden voor huifkarren gespannen en zo trok men 1000 km, bij temperaturen van – 20 dwars over het land, want de wegen waren kapot, en over de bevroren baai van de Oostzee naar het westen. Deze legendarische trek was een monstertocht met enorme verliezen voor mens en dier. Dagenlang konden de paarden niet worden uitgespannen en onderweg geboren veulens werden voor de dood achtergelaten. Hele huifkarren zakten door het ijs en verdronken in het ijskoude water. Diegenen dit overleefden dankten dat aan de kwaliteit van hun Trakehner paarden. Nooit eerder en nooit later werd een paardenras zo op proef gesteld.
De vlucht eindigde in het noorden van het latere West Duitsland. Het is daarom dat het centrum van de hedendaagse fokkerij in Neumünster, in Schleswig-Holstein is gevestigd.

Herstart van de fokkerij in het westen
foto_geschiedenis_1Van de Trakehner populatie van rond de 30.000 paarden in 1940 waren er direct na de oorlog maar een 1500 over. Kort na de oorlog werd in West Duitsland met veel moeite begonnen om de fokkerij opnieuw op te zetten. Het was een moeilijke weg, want de paarden waren over heel Duitsland verspreid.
foto_geschiedenis_2Vele werden zelfs geslacht omdat er gebrek was aan alles. Geld, voer, enz. De vluchtelingen uit Oostpruisen, mens èn paard, waren niet echt welkom in het kapotte Duitsland van direct na 1945. De Trakehner werd gezien als indringer die de lokale fokkerij concurrentie aandeed. Om de eigen paardenhouderij te beschermen werden ‘die nieuwkomers’ vaak in een ongunstig daglicht gesteld. In een hard overlevingsklimaat was het meestal niet moeilijk om dat intelligente, elegante, lichtvoetige rijpaard ongunstig te laten afsteken tegen de zwaardere, lompe, ‘harde werker’ uit de eigen streek.


Invloed uit Rusland
Het waren echt zware tijden voor mens en dier, die eerste jaren na de oorlog. Het paardenparadijs in Trakehnen was verloren, maar de dappere paarden die de Trek overleefden, vormden de basis voor de nieuwe, naoorlogse Trakehner fokkerij in het westen. Een groot deel van de Trakehner paarden echter, zowel merries als hengsten, die niet op tijd konden vluchten, werden door de Russische bezetters van Oostpruisen in beslag genomen. Ze werden, vaak met hun verzorgers, op transport gesteld naar gebieden in Rusland die ver afgelegen waren van het thuisland, zoals Kirow en Odessa. Met de paarden die deze onmenselijke, weken durende treinreizen overleefden, werd door de Russen, met behulp van de trouwe meegereisde verzorgers, ook raszuiver doorgefokt.
russen
Na de opening van het ijzeren gordijn zijn deze ‘Russische genen’ nu weer voor westerse fokkers beschikbaar. Vooral op het gebied van hardheid en sportkwaliteit mag het een en ander van de Russische inbreng verwacht worden. Met de komst uit het oosten van hengsten als Prints, Hockey, Biotop, Pepel, Waitaki en anderen is fokmateriaal van hoge kwaliteit beschikbaar om het Trakehner ras verder te ontwikkelen.

partoutTot op heden zijn er nog steeds mensen die vooroordelen jegens de Trakehner koesteren. Ze zouden gek in de kop zijn en ongeschikt als sportpaard. Het is daarom dat in 1989 de stichting TCN-P (Promotion) is opgericht. Met de aankoop van TCN Partout, die aan een jonge Anky van Grunsven ter beschikking werd gesteld, wilde men bewijzen dat Trakehners het ook heel goed in de topsport kunnen doen.

Met de successen in de internationale Grand-Prix dressuur van o.a. Chronos, TCN Partout en momenteel Gribaldi, kan echter niemand meer om de topsport kwaliteiten van de moderne Trakehner heen!

Voor meer informatie met betrekking tot het brandmerk kunt u hier klikken

Foto’s: © Archiv Trakehner Verband.

Veulens en keuringen

Soms zou je het bijna vergeten maar de sneeuwklokjes en narcissen helpen ons herinneren dat het echt weer voorjaar gaat worden. We gaan dus voorbereiden op veulens en natuurlijk keuringen. De eerste centrale merrie keuring is in mei in het Rheinland. Als u een jonge merrie heeft die daar aan mee gaat doen, dan is het tijd om met de voorbereiding te starten!

Meer weten over Trakehners? Mail of bel, TCN staat u graag bij!

Wilt u ook nieuws over TCN ontvangen in uw mailbox? Laat het ons weten dan blijft u van alles op de hoogte!


Vragen? U kunt, als altijd, bij ons terecht. Gebruik dit mailadres: info@trakehnercontact.nl

Trakehners zijn gewoon heel bijzonder!